Spoel de rozijnen af en laat ze een kwartiertje wellen in rum of water. Laat de rozijnen daarna uitlekken in een zeef en zet ze even opzij.
Kneed van de ingrediënten voor het deeg een soepel deeg (met de keukenmachine in ca 15 minuten).
Bol het deeg op en laat het deeg een uur rijzen onder folie, tot het in volume is verdubbeld.
Maak ondertussen de vulling. Schil de appels en snij ze in kleine blokjes.
Doe de blokjes appel in een pan en doe er een kneepje citroensap, 50 ml water, 50 gr suiker en het kaneelstokje bij. Roer goed door en leg het deksel op de pan. Laat de blokjes appel op laag vuur een minuutje of 10 zachtjes stoven tot ze lekker zacht zijn.
Meng de custard er door en laat het geheel wat indikken. Meng dan de gewelde rozijnen erdoor en laat het mengsel wat afkoelen.
Verwarm de oven voor op 200 graden.
Druk de bol deeg een beetje plat en rol het deeg uit tot een ronde lap van ca 3 mm dik, dat iets groter is dan de bakvorm.
Vet de vlaaivorm in (met bijv. bakspray) en leg hierin het deeg. Laat het deeg 10 minuten rusten.
Verdeel het appelmengsel er overheen en strijk het mooi glad met de achterkant van een lepel. Ga met een deegroller over de vlaaivorm, zodat het overtollige deeg netjes langs de randen wordt afgesneden. Of snij het af met een mesje.
Kneed met de hand de ingrediënten voor het kruimeldeeg door elkaar tot er kruimels ontstaan. Verdeel de kruimels over de vlaai.
Schuif de vlaai in de oven en bak de vlaai in ca 28 minuten gaar en mooi bruin.
Haal de vlaai uit de bakvorm en laat de vlaai helemaal afkoelen op een rooster.