Leg een vel bakpapier klaar op een hittebestendige ondergrond.
Doe het water, kristalsuiker, vanillesuiker, kaneelpoeder en het zout bij elkaar in een pan en verwarm het geheel op middelhoog vuur.
Draai af en toe voorzichtig met de pan en ga door tot de suiker is opgelost.
Voeg de amandelen toe aan het hete suikerwater en meng door elkaar.
Laat het geheel onder af en toe roeren zachtjes pruttelen.
Na een tijdje wordt het suikerwater steeds dikker. Blijf dan constant roeren.
Wanneer het water helemaal is opgelost begint zich een soort zand te vormen.
Blijf nu goed doorroeren. De suiker gaat al snel weer smelten en blijft nu vastplakken aan de amandelen. Het begint nu ook heerlijk te ruiken!
Haal de pan direct van het vuur zodra de suiker zich om de amandelen heeft gevormd. Wanneer je te lang door gaat wordt het bitter en is het niet lekker meer.
Stort het geheel op het vel bakpapier en druk de amandelen uit elkaar, zodat ze los van elkaar liggen.