Spoel de erwten goed af en breng ze aan de kook met het water, schouderkarbonade, spekreepjes en de laurierblaadjes.
Laat het geheel een half uur op laag vuur trekken. Verwijder het eventuele schuim dat boven komt drijven met een schuimspaan.
Voeg de prei, ui, winterpeen, aardappel en selderij toe aan de soep en laat de soep ca 1,5 uur koken.
Roer de soep af en toe door, als de erwten helemaal uit elkaar zijn gevallen en er een groene massa ontstaat tijdens het doorroeren, dan is de erwtensoep bijna klaar.
Haal de schouderkarbonade en de laurierblaadjes uit de soep en snij de schouderkarbonade in kleine stukjes.
Haal nu eventueel de staafmixer door de soep als je liever een gladdere erwtensoep hebt. En voeg een beetje gekookt water toe, als je de soep te dik vindt.
Snij de rookworst in plakjes en voeg deze samen met de stukjes schouderkarbonade toe aan de soep.
Laat de soep op laag vuur nog 20 minuutjes zachtjes pruttelen.
Breng de soep verder op smaak met versgemalen peper en zout.
Notities
Wil je de erwtensoep de volgende dag eten? Zorg dan dat je de soep snel terugkoelt, anders krijg je zure (bedorven) soep. Doe dit in een bak met ijswater en roer de soep af en toe door.
De soep is de volgende dag iets dikker.
De soep kun je 2 dagen in de koelkast bewaren en kan ook prima worden ingevroren, dan blijft de soep nog maximaal 3 maanden goed.