Doe de ingrediënten voor het deeg bij elkaar in een kom en kneed er een soepel deegje van.
Laat het deeg een uur afgedekt rusten.
Verdeel het deeg in 8 stukjes en draai er balletjes van.
Laat de balletjes nog een kwartier afgedekt staan.
Maak ondertussen de vulling door de stroop samen met de basterdsuiker te smelten in een pannetje. Haal het pannetje van het vuur en roer de roomboter en kaneel erdoor. Laat het een beetje afkoelen, maar niet helemaal, want dan wordt het te dik.
Verwarm het wafelijzer en besmeer licht met een beetje roomboter.
Leg een balletje erop en druk het wafelijzer zachtjes dicht.
Bak het wafeltje mooi bruin.
Haal het wafeltje met een (palet)mes uit het wafelijzer en steek er een mooi rondje uit met de ronde steker.
Leg je hand plat op het wafeltje (let op is heet!) en snij het wafeltje met een scherp mes horizontaal door.
Leg een klodder stroop op de ene helft van het wafeltje en druk de andere helft er zachtjes bovenop. Zorg dat de stroop zich goed verdeeld.
Laat de stroopwafel verder afkoelen op een koelrekje.