Doe de kristalsuiker met het water en het vanille extract bij elkaar in een steelpan en breng het suikerwater zachtjes aan de kook.
Laat het suikerwater zachtjes pruttelen tot het een mooi karamelkleurtje heeft. Het duurt ongeveer een kwartiertje tot het een mooi kleurtje krijgt. Blijf wel constant bij de pan en draai af en toe de pan even wat rond om de saus in beweging te houden zodat deze niet aanbrand.
Haal de pan direct van de warmtebron en voeg de lauwwarme slagroom toe, blijf ondertussen goed roeren met een garde. Pas op want het mengsel gaat nu borrelen en komt wat omhoog.
Voeg de boter en het snufje zout toe als de slagroom helemaal is opgenomen. En roer de boter door de karamelsaus.
Schenk de saus in een glazen potje en laat de saus helemaal afkoelen.
Appelvulling
Schil de appels en verwijder het klokhuis. Snij de appels in kleine blokjes.
Doe de blokjes appel met het water, kristalsuiker, kaneel, vanille extract en de boter bij elkaar in een pan en breng zachtjes aan de kook.
Laat de blokjes appel in ca 8 minuten op een laag pitje zacht worden.
Doe de blokjes appel in een zeef en laat goed uitlekken en afkoelen.
Brooddeeg
Doe alle ingrediënten voor het deeg bij elkaar en kneed hiervan een mooi deeg in ca 15 minuten. Of met de hand in ca 20 minuten.
Vet een schone kom in met een dun laagje zonnebloemolie en bol het deeg losjes op. Leg het deeg met de bovenkant naar beneden in de kom en draai het deeg een keer om, zodat alle kanten van het deeg bedekt zijn met een laagje olie.
Dek de kom af met een theedoek of folie en laat het deeg een uur rijzen, tot het in volume is verdubbeld.
Bestrooi het werkblad met wat bloem en stort het deeg hierop.
Rol het deeg uit tot een lap van ca 30x50 cm.
Bestrijk de lap deeg met een dun laagje karamelsaus (ca 3 el) en verdeel de blokjes appel er overheen. Laat aan één van de brede kanten van de lap deeg een strookje van ca 1 cm vrij.
Rol het deeg vanaf de brede bedekte kant strak op en knijp de naad dicht.
Leg de naad naar opzij en snij de rol deeg over de hele lengte door met een scherp mes.
Leg de opengesneden kanten naar boven toe en draai de helften om elkaar heen. Zorg dat de opensgesneden kanten steeds bovenop blijven liggen.
Vet de bakvorm in met wat boter en leg er een velletje bakpapier in, zodat je zeker weet dat het brood straks goed uit de oven komt.
Pak het deeg voorzichtig op en leg het in de bakvorm. Vouw de zijkanten naar onderen.
Dek de vorm af met folie en laat ca 1-1,5 uur rijzen tot het in volume is verdubbeld.
Verwarm ondertussen de oven voor op 180 graden (boven- en onderwarmte).
Bestrooi het brood met de amandelschaafsel. En schuif het brood in de oven.
Bak het brood 20 minuten op 180 graden.
Laat het brood in de oven en verlaag de temperatuur naar 170 graden. Bak nog 20 minuutjes. Leg eventueel halverwege een stukje aluminiumfolie over het brood als de bovenkant donker begint te kleuren.
Haal het brood uit de oven en laat 5 minuutjes rusten in de bakvorm.
Klop de abrikozenjam los en bestrijk hiermee het brood.
Haal het brood uit de bakvorm en laat verder afkoelen.
Serveer het brood met het restant van de karamel, hiermee kun je lekker een plakje van het brood besmeren.