Doe het water met de bloem in de kom van de keukenmachine en kneed 5 minuten.
Dek de kom af en laat het deeg 15 minuten rusten. Zo neemt de bloem het water goed op.
Voeg de overige ingrediënten toe en kneed nog 8 minuten door.
Doe het in een ruime kom en dek de kom af, laat het deeg een uur rijzen.
Verdeel het deeg in 14 stukjes van ca 30 gr per stuk en rol ze uit tot lange dunne stengels van ca 35 cm. Zorg dat de uiteinden niet te puntig zijn, want dan zullen de puntjes snel te donker worden.
Bestuif het werkblad lichtjes met wat semolina en rol de stengels er doorheen.
Verdeel ze over 2 met bakpapier beklede bakplaten en dek ze af met (bubbeltjes)folie.
Laat de stengels 45-60 minuten rijzen.
Verwarm ondertussen de oven voor op 200 graden (boven- en onderwarmte).
Bak de stengels per bakplaat ca 15 minuten tot ze mooi van kleur en knapperig zijn, dit kan afhankelijk van de oven iets korter of langer zijn. De eerste bakplaat bak ik na 45 minuten rijzen en de tweede na ca 60 minuten, als de eerste plaat gebakken is. De tweede plaat heeft meestal een iets kortere baktijd nodig dan de eerste.