Kneed van de ingrediënten voor het deeg een mooi deeg, dit kun je gewoon met de hand doen of met een keukenmachine, maar kneed niet langer door dan nodig.
Verpak het deeg in plasticfolie en laat het een uur rusten in de koelkast.
Verwarm de oven voor op 180 graden (boven- en onderwarmte).
Vet de springvorm in met boter.
Haal het deeg uit de koelkast en kneed het nog een keer door, zodat het weer ietsjes soepeler wordt.
Bestrooi het werkblad met wat bloem en rol 1/3 van het deeg uit tot een ronde lap van 5 mm dikte. Leg de springvorm erop en snijd een cirkel uit rondom de springvorm. Bekleed hiermee de bodem van de springvorm.
Rol de helft van het overgebleven deeg uit tot een lange strook van 5 mm dikte en bekleed hiermee de rand van de springvorm.
Schil de appels en de peren, snijd ze in vieren en snijdt het klokhuis eruit. Snijdt de kwarten in plakjes.Meng de plakjes appel en peer met de specerijen, vanillesuiker en de custard.
Bestrooi de bodem van de appel-perentaart met een laagje paneermeel en schep het appel-perenmengsel er overheen. Druk het mengsel zachtjes aan.
Rol het overige deeg uit tot een lap van 5 mm dikte en snijd stroken van ca 2 cm uit het deeg. Maak hiermee een raster over de vulling.
Bestrijk het raster met wat losgeklopt ei.
Bak de appel-perentaart in ca 75 minuten gaar en goudbruin.
Verwarm de abrikozenjam in een pannetje en bestrijk hiermee de appel-perentaart zodra deze uit de oven komt.
Laat de appel-perentaart in de vorm afkoelen op een rooster.